Gepubliceerd op 23-02-2021

P. jansz

betekenis & definitie

zendeling en kenner der javaansche taal, ging, na zich te Delft voor het taalkundig deel van zijn taak te hebben bekwaamd, in dienst van de doopsgezinde zendingsvereeniging naar Oost-Indië, arbeidde eerst in Japara, daarna in Soerakarta, en vestigde zich vervolgens als rustend zendeling te Pati; voor het Britsch en Buitenlandsch bijbelgenootschap begon hij een vertaling van den bijbel in ’tjavaansch; verder heeft men van hem: een vervolg op het „Javaansch-Nederduitsch Woordenboek” van Dr. J.

T. C. Gericke (Semarang 1869), een verbeterde en vermeerderde druk van „Het NeSerl.-Javaansche zakwoordenboekje” (ald. 1865), voorts: Kleine Javaansehe Spraakkunst (ald. 1871, 4de dr. 1893), Verzameling van spreekwijzen enz., (aanhangsel op het vorige werk, ald. 1872 en 1893), Jaraansch-Nederl. Woordenboek (met lat. letter, ald. 1876), Nederl.-Javaansch Woordenboek (ald. 1877, van dit en het vorige werk in 1892 de 4de dr.), een supplement op het Javaansch-Nederl. Woordenboek van Gexicke-Roorda (ald. 1883), brochures over zending en evangelisatie, enz.