lat., van ovum, ei, eivormig, eirond, een in vorm aan de ellips nabijkomende gesloten kromme lijn, gelegen in een plat vlak, bestaande uit elkander rakende of snijdende bogen van cirkels. Het O. komt in de bouwkunst voor bij gewelven.
De O. van Descartes zijn kromme lijnen met de eigenschap dat zij de nit een punt komende lichtstralen zoo breken, dat deze allen na de breking weer in één punt samenkomen; zij1 hebben echter in de gezichtskunde niet het nut gehad, dat hij zich voorstelde.