Oudheid noemt men in de geschiedenis het geheele tijdperk, dat van het ontstaan des menschdoms tot den val van het romeinsche rijk en de opkomst der christ.germaansche staten verstreken is. Oudheden of Antiquiteiten noemt men de voorwerpen van kunst en nijverheid, die uit vroegere tijden tot ons gekomen of in later tijd teruggevonden zijn.
De 0. of Archaeologie nu is die wetenschap, welke zich ten doel stelt om geheel het physische, geestelijke en zedelijke leven van de volken der oudheid in een organisch geheel voor te stellen. Deze wetenschap heeft naar de verschillende volken, wier toestanden zij tot een voorwerp van onderzoek maakt, verschillende takken, z. a. de indische, egyptische, grieksche, romeinsche, hebreeuwsche of bijbelsche, christelijke O. enz. De naam Archeologie wordt in den jongsten tijd, vooral sedert 0. Muller, in engeren zin gebezigd voor de kennis en geschiedenis der beeldende kunsten bij de oude volken, een wetenschap, waarvan Winckelmann de vader is.