Gepubliceerd op 28-02-2021

Oranje (voormalig prinsdom)

betekenis & definitie

Op den linkeroever der Rhône, ten noorden van Avignon, het oude Arausio. De Romeinsche heerschappij heeft er zeer belangrijke sporen nagelaten in een triomfboog en in een theater, waar nog heden opvoeringen plaats vinden.

De stad telt tegenwoordig 10.000 inw.; in de middeleeuwen was zij de hoofdplaats van den Comitatus Arausiscencis. Van 839 tot 1173 werd het land geregeerd door graven en gravinnen uit het geslacht Adhémar. De laatste der Adhémars, Raimbaud IV, liet het graafschap na aan zijn schoonbroeder Bertrand de Baux. In 1178 werd deze daarin bevestigd door keizer Frederik I, met den titel van prins: „pou luy et pour les siens, et la couronne de souveraineté que ses prédécesseurs avoient portée comme comtes luy fut solennellement imposée comme à prince”; eerst echter Bertrand’s opvolger, Willem IV, nam in de stukken den titel aan van „prins van Oranje” (1181). Partij gekozen hebbende voor de Albigenzen, kwam hij in strijd met den moordenaar zijns vaders, den graaf van Toulouse, werd gevangen genomen en te Avignon levend gevild en in stukken gesneden. Het geslacht De Baux eindigde in 1340.

Het huwelijk van Marie de Baux, dochter van Raymond V en Jeanne van Genève, zuster van den tegenpaus Clemens VII, met Jan van Chalon, deed het prinsdom in dit geslacht overgaan. In 1530 sneuvelde Philibert van Chalon, zonder kinderen na te laten, voor Florence. Hierdoor verviel het prinsdom aan een vierde regeeringsgeslaeht, namelijk aan zijn neef René van Nassau, zoon van Hendrik, graaf van Nassau en van Claude i van Chalon, eenige zuster van den gesneuvelde, j Het vorstendom werd sinds gewikkeld in de burgeroorlogen tusschen hugenooten en katholieken, tot er betere tijden aanbraken onder Philip Willem van Oranje, oudsten zoon van onzen eersten stadhouder, die in Spanje zijne opvoeding had genoten. In 1607 vaardigde hij eene wijze ordonnantie uit, die aan beide godsdiensten de uitoefening waarborgde. Bij zijn overlijden werd hij opgevolgd door onzen stadhouder, prins Maurits. Deze veldheer legde te Oranje aanzienlijke versterkingen aan. „Ce grand prince voulant conserver en paix son Estât ouvrit sa bourse et par une royale des! pence fit élever ces grands colosses, monuments de sa grandeur et dans trois années rendit cette place Tune des plus belles et des plus fortes de l’Europe.” Voor koning Lodewijk XIV moest echter zulk een bolwerk van het protestantisme, in het hart van Frank. rijk, een doorn in het oog zijn.

Onder de min1 derjarigheid van prins Willem XI (den lateren stadhouder en koning van Engeland Willem III) was gouverneur van het prinsdom een graaf van Dohna. Hem werd door minister Mazarin medegedeeld, dat de koning, lettende op de twisten, waaronder de streek leed, zich verplicht zag „d’establir une garnison dans le chasteau d’Orange pour le remettre au dit sieur prince lorsqu’il aura atteint sa majorité”. Dohna gaf de plaats zonder verzet over en ontving van den koning 200.000 livres. Het protest van de regentes Maria kon natuurlijk niet baten. Lodewijk XIV deed in de jaren 1661—74 al de vestingwerken van prins Maurits slechten en het ongelukkige lanâ door dragonades katho’.iseeren. Wel kwam den 20sten Sept. 1697 bij den vrede van Rijswijk het vorstendom aan den prins van Oranje terug, doch bij diens kinderloos overlijden (19 Maart 1701) maakten onderscheidene leden uit het geslacht van Chalon er aanspraak op, hetgeen Lodewijk XIV Oranje deed toewijzen aan François, Lodewijk van Bourbon, prins van Conti.

Zóó weinig wezenlijk was echter dit gezag, dat in Mei 1713 er bekend werd gemaakt, dat, ingevolge den vrede van Utrecht, het vorstendom bleef onder de roemrijke regeering van zijne majesteit, den koning van Frankrijk. Den 14den Mei 1731 droeg een prins van Conti definitief het prinsdom over aan de commissarissen des Konings en werd het vereenigd met de Dauphiné, waarmede de geschiedenis van Oranje als prinsdom eindigt.