het uittreden of uitwijken van het gewrichtshoofd uit de gewrichtsholte (zie Gewricht); is meestal een gevolg van springen, van een stoot of van een val. Men bemerkt dat een O. heeft plaats gehad door de pijn en door de onmogelijkheid om het aangedane gewricht goed te bewegen.
Bij iedere O. heeft een gedeeltelijke verscheuring der gewrichtsbanden plaats gehad en door de zoo ontstane scheur is het gewrichtshoofd uitgeweken. Zal het weder op zijn plaats gebracht kunnen worden, dan moet het gewrichtshoofd weder door dezelfde opening in het gewricht treden. Het kan in verschillende richtingen ontwaken, al naar de richting waarin het geweld inwerkt, bij het schoudergewricht b. v. naar voren, naar achteren of naar beneden, en telkens zal daardoor de gedwongen stand van den arm verschillen. Onmiddellijke behandeling is gewenscht; evenwel gelukt het toch nog na dagen en weken, soms nog na jareig het gewrichtshoofd in het lid te brengen. Slagen de aangewende pogingen niet, dan bestrijde men de bijkomende ontsteking door rust en koude, terwijl men deskundige hulp afwacht. Is het daarentegen gelukt, dan kan men, als er hevige pijnen zijn, nog koude aanwenden, doch het hoofdoogmerk moet zijn, het lid in de normale houding te doen blijven door doeken en windsels.