a) Een waterpaswerktuig, geschikt om te bepalen, of een vlak zuiver horizontaal is. Als zoodanig kent men de luchtbelbuis: een enigszins gebogen glazen buis, gevuld met alcohol of water en een weinig lucht; de lucht tracht altijd de hoogste plaats in de buis in te nemen.
De buis wordt zoo op een voetstuk gehecht, dat als het voetstuk op een horizontaal vlak staat, de lucht juist in het midden der lengteas van de buis staat. Ten tweede: het fleschjeswaterpas, twee vrij ruime, verticaal staande glazen buizen, in onderling verband door een horizontale buis, In dit werktuig giet men water, totdat de beide verticale buizen gedeeltelijk gevuld zijn. De lijn, die de beide wateroppervlakken vereenigt, is zuiver horizontaal. Ten derde: de werklieden gebruiken nog een rechthoek, waarvan de eene rechthoekszijde door een schietlood zuiver verticaal wordt geplaatst, de andere rechthoekszijde geeft dan een horizontale lijn.b) Niveau duidt ook aan de hoogte van een oppervlak met betrekking tot een ander. Het vlak gevormd door den gemiddelden hoogestand der zee wordt aangenomen als vergelijkingspunt of nulpunt In ons land vervangt A.P. dit nulpunt
