niveau
(1999) (Vlaanderen, jeugd) zie citaat. • Niveau: wordt gezegd wanneer iemand een flauwe mop heeft verteld. (Jeugdtaal in Gazet van Antwerpen, 08/07/1999)
Marc De Coster (2020-2024)
(1999) (Vlaanderen, jeugd) zie citaat. • Niveau: wordt gezegd wanneer iemand een flauwe mop heeft verteld. (Jeugdtaal in Gazet van Antwerpen, 08/07/1999)
Wiktionary (2019)
niveau - Zelfstandignaamwoord 1. de rang in een hiërarchie, stadium van ontwikkeling, enzovoort 2. afstand van een horizontaal vlak ten opzichte van een referentievlak of lijn tot een referentiepunt Woordherkomst afgeleid van het Franse niveau Synoniemen peil, graad, nivo
Muiswerk Educatief (2017)
niveau - zelfstandig naamwoord uitspraak: ni-veau 1. kwaliteit of waarde ♢ het niveau van de toneelspelers daalt 2. hoe hoog of hoe veel het is ♢ het niveau van het water in de rivier stijgt...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Van een gedaan of overwogen bod: het aantal trekken dat in het bod genoemd wordt. Zo is 2♥ een bod op twee-niveau. Ook: hoogte. 2. Van een biedverloop: het aantal trekken dat in het laatste bod is genoemd. Voorbeeld:Dit biedverloop is op vijfniveau beland. Zie ook: vijfniveau
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: