engelsch New SouthWales, britsche kolonie in het z.o. van NieuwHolland, Australië, 804.576 km.2 groot (met de eilanden Norfolk, Pitcairn en Lord Howe 804.641 km.2). De grenzen zijn: in het o. de Stille oceaan, in het w. de 141ste meridiaan oostelijk van Greenwich, in het z. de Murrivier van Australië, de Murray, met zijn tot aan kaap Howe, in het n. de 29ste parallel oostwaarts tot aan de Barwan en vandaar een kromme lijn tot Point-Danger.
N. bestaat uit een ongeveer 50 km. breede strook heuvelland langs den Oceaan, een in het w. daarop volgende hoogvlakte en verder uit uitgestrekte vlakten in het westen. De hoofd-berggroepen van N. zijn: het New-England-gebergte, het Liverpool-gebergte, de Blue-Mountains, het Cullarin-gefoergte, het Gourock-gebergte, het Manero- en het hooge Muniong-gebergte. De Mount-Kosciusko verheft zich tot ruim 2400 m. Van de hoogvlakte stroomen naar het o. korte, snel stroomende, maar weinig bevaarbare rivieren (Clarence, McLeay, Hunter, Hawkesfcury en Shoalhaven), en naar het w. de grootste rivier van Australië, de Murray, met zijn .nevenstroomen de Murrumbidgee, Lachlan en Darling. N.-ligt in de warme gematigde luchtstreek. Het klimaat is over het algemeen warm en droog; menigmaal zijn er ontzettende droogten, dan weder vreeselijke stortregens, die ■overstroomingen veroorzaken.
Een groot deel van den bodem is onvruchtbaar, het vruchtbare deel dient meerendeels tot weiland. Aan den Hunter en in het Illawarradistrict zijn .kolenmijnen. Belangrijk zijn de sedert 1851 ontdekte goudlagen. De bergen zijn minder boomrijk dan de kusten; vooral vindt men daar acacia- en eucalyptus-soorten, casuarinen, grasboornen (Xanthorrhea). In de plaats der sneluitstervende oorspronkelijke bewoners is een europ. bevolking, meest Engelschen en Ieren, .gekomen, nadat' Engeland in 1788 aan de Botany-baai een strafkolonie oprichtte, die in 1839 werd opgeheven. De voornaamste voortbrengsels zijn: maïs, weit, haver, aardappelen, wijn, vijgen, oranje-appels, perziken en prui.men.
N. is thans een britsche kolonie die zichzelf bestuurt; het'behoort tot de Commonwealth of Australia (Australische republiek). Aan het hoofd van het bestuur staat een door de engelsche kroon benoemde gouverneur, die wordt bijgestaan door een kabinet van 7 ministers. De wetgevende macht is in handen wan een uit twee Huizen bestaand parlement. Naar het Lagerhuis der Austral. Commonwealth zendt N. 26 afgevaardigden. De kolonie is, behalve de hoofdstad Sydney, verdeeld in 188 districten.
N. is de oudste engelsche kolonie van Australië. Zij is ontstaan uit de strafkolonie, hier in 1788 gesticht en in 1839 opgeheven. In 1855 kreeg N. een constitutie. In 1893 werd er het algemeen kies- en stemrecht ingevoerd en in 1900 sloot het zich bij de Commonwealth aan.Literatuur: Lang, Historicai and statistical account of New South Wales (4de dr. 2 dln. Xond. 1874), Hillyard, The New South Wales (Baltimore 1887), Hutohinson, New South Wales (Sydney 1896), von Lendenfeld, Austral. Beise (2de dr. Innsbr. 1896), The wealth and proyress of New South Wales (Sydney, sinds 1887 jaarlijks, Coghlan), Pittman, Geological map af New South Wales (1 : 1013760, ald. 1893), Carruthers, New South Wales, including Lord Jloive Island (1 : 506880, ald. 1897).