Gepubliceerd op 23-02-2021

Mycenae

betekenis & definitie

overoude grieksche stad in'Argolis, op een 278 m. hoogen heuvel, volgens de legende door Perseus gesticht; zij was in den homerisehen tijd rijk en bloeiend als residentie van machtige koningen, zooals Agamemnon, waarom zij dn de Ilias gewoonlijk als het goudrijke M. wordt aangeduid. Over het algemeen ziet men in de oudste bewoners van M.

Grieken; de omstreeks 1400 v. Chr. naar de Peloponnesus vooruitdringende Doriërs hebben waarschijnlijk het rijk van M. ten val gebracht; de stad bestond als zelfstandig gemeenebest voort en zond nog een gedeelte van haar inwoners uit om deel te nemen aan den bevrijdingsoorlog tegen de Perzen; maar kort daarop (468 v. Chr.) werd zij door de Argivers veroverd en verwoest, doch later, van de 3de eeuw v. Chr. af, weer betrokken. Thans nog bestaat op den burcht het grootste gedeelte van den overouden cyclopischen ringmuur met de z.g. Leeuwenpoort, en ook daarbuiten zijn nog duidelijk sporen der nederzetting te herkennen.

Van de z.g. koepelgraven (vroeger schatkamers genoemd) is een viertal buiten den stadsring gelegen, terwijl twee zich daarbinnen bevinden, waaronder het als de „schatkamer van Atreus” bekende vooral goed bewaard is gebleven. Door H. Schliemann (zie ald.) zijn hier zeer belangrijke opgravingen gedaan; deze oudheidkundige meende zelfs het graf van Agamemnon en diens getrouwen gevonden te hebben. Na Schliemann’s opgravingen van 1876 en 1877 heeft het grieksche Archeologische Genootschap in 1886 nieuwe opgravingen laten doen en o. m. het oude koninklijke paleis op de spits van den burcht ontdekt. Bij deze opgravingen zijn ook een aantal' graven ontdekt in de benedenstad. Vergel. Schliemann, Mykend . (Leipzig 1878); Schuchhardt, Schliemanns Ausgrabungen (2de dr., ald. 1891); Perrot en Chipiez, Histoire de Vart dans Vantiquité dl. 6 (Parijs 1894).

< >