zoon van koning Atreus van Mycene, en broeder van Menelaus; koning Atreus werd door Thyestes en diens zoon Aegisthus vermoord; de broeders A. en M. uit Mycene verdreven, namen de wijk naar Sparta tot Tyndareus; beiden huwden met een van diens dochters: Agamemnon met Clytaemnestra, Menelaus met Helena; zij verdreven daarop Aegistus en zijn vader uit Mycene, waarvan vervolgens A. koning werd, terwijl Menelaus den troon van Sparta erfde. Agamemnon vergrootte zijn gebied door verovering; toen Paris de vrouw van zijn broeder Menelaus had geschaakt en alle Grieksche vorsten besloten tot een krijgstocht tegen Troje, werd A. opperbevelhebber en bracht 100 schepen in de haven van Aulis, alwaar zijn dochter Iphigenia geofferd werd; alhoewel een bekwaam krijgsoverste, heldhaftig en vol waardigheid was hij hoogmoedig, trotsch en dikwijls in zijn drift onrechtvaardig, waardoor vaak moeilijkheden ontstonden tijdens het tienjarig beleg van Troje; na den val dier stad werd hij, thuis gekomen, door Aegisthus, aan wiens zorg hij zijn overgebleven kinderen (Crysothemis of Electra en Orestes) had achtergelaten, doch die in zijn afwezigheid Clytaemnestra, zijn gemalin, tot overspel had verleid, vermoord, volgens sommigen door Clytaemnestra met behulp van Aegisthus; Orestes wreekte dien moord door zijn moeder en haar minnaar om te brengen.
Agamemnon had standbeelden te Amyclae en Olympia. Vondel maakte in zijn Palamedes van dit karakter gebruik om prins Maurits weer te geven.