gedenkteekenen, in engeren zin kunstwerken van grooteren omvang, uitsluitend gebouwd of vervaardigd om de herinnering aan eenig bijzonder persoon of aan een groote gebeurtenis levendig te houden; in ruimeren zin rekent men evenwel ook tot de M. de tempels, paleizen enz. der oudheid, die zoo lang bestaan hebben, dat zij het doel, waartoe zij strekken moesten, overleefden. Tot de oudste gedenkteekenen behooren de pyramiden van Egypte, de perzische graven in de rotsen in de nabijheid van Persepolis uitgehouwen, enz.
In Griekenland en Italië heeft men een menigte M. aangetroffen, zooals eerezuilen, triomfbogen, standbeelden enz. Deze laatsten verrezen vooral te Rome in zulk een overvloed, dat in 161 v. Chr. de censoren Cajus Scipio en Marcus Popilius tot den maatregel besloten om alle standbeelden, die niet door het volk of den senaat waren opgericht, van het forum te doen wegnemen. In de middeleeuwen werden meer M. vernield dan men er zag verrijzen, doch sedert de herleving der kunst hebben bouw- en beeldhouwkunst gewedijverd om gedenkteekenen van groote mannen en beroemde daden in aandenken te houden. Ook voortbrengselen van andere kunsten enz. noemt men wel M.; men spreekt bijv. van letterkundige M.