Gepubliceerd op 23-02-2021

Monarchianen

betekenis & definitie

in de kerkelijke oudheid, vooral in de 3de eeuw, al de kettersche richtingen, die ten opzichte der goddelijke eenheid (gr. monarchia) van de kerkleer aangaande Christus afweken. Eenigen gaven de godheid van Christus prijs en zagen in hem alleen een mensch, die wel op bijzondere wijze door de godheid geïnfluenceerd was, anderen daarentegen identificeerden hem met den eenen God zelf, die zich als Christus slechts op voorbijgaande wijze anders dan gewoonlijk aan de menschen geopenbaard had.

Aan laatstgen. werd door hun tegenstanders verweten, dat zij God zelven of God den Vader lieten lijden; vandaar de namen Theopaschieten of Patripassianen. De monarchiaansche twisten van de 3de eeuw zijn de voorloopers geweest van de ketterij der Arianen (zie ald.).

< >