1) Staat van de Ver. Staten, bestaande uit twee afzonderlijke schiereilanden, het eene tusschen het meer Michigan ten w. en de meren Huron en Erie ten o., het andere ten n. het meer Michigan.
In het n. schiereiland is de grond berg- en rotsachtig met veel rivieren en meren en rijk aan natuurschoon. Aan metalen, vooral aan koper, is het bijzonder rijk. Het z. schiereiland is meest vlak en bijzonder vruchtbaar. Het klimaat is tamelijk streng, vooral in het n. De voornaamste rivieren zijn de Huron, de Clinton en de Sagman. M. heeft een zeer gunstige ligging voor den handel; de voornaamste artikelen van uitvoer zijn graan, vee, ijzerwaren en steenkool.
Ook de visscherij wordt in de meren met voordeel gedreven. M. behoorde vroeger aan Frankrijk, werd in 1763 met Canada aan Engeland afgestaan, maakte sedert 1805 een gedeelte van de Ver. Staten uit, doch werd eerst in 1836. als staat in de Unie opgenomen; 2.421.000 inw.2) Meer van M., meer in de Ver. Staten, dat in ’t n.o. met het meer Huron in verbinding staat; groot 1075 Q m. Behalve Green-bay aan de w.zijde, heeft het M.-meer weinig baaien. In het n. gedeelte heeft het verscheidene eilanden. Aan de z.zijde liggen de steden Chicago, Michigan-eity en Newbury-Port. 3) M.-city, stad in den staat Indiana, aan de z.kust van het Michiganmeer en aan den Union-Pacificspoorweg, met levendigen handel in ijzerwaren; 13.000 inw.
