metalen, algemeene naam van een groep enkelvoudige scheikundige lichamen, die onderling in eigenschappen als anderszins nog verschillen en eigenlijk geen andere bijzondere kenmerken gemeen hebben, dan dat zij basische oxyden en hydroxyden leveren, en dat zij een eigenaardigen glans bezitten, metaalglans geheeten, dien zij intusschen slechts dan vertoonen, wanneer zij uit samenhangende deeltjes bestaan, het best wanneer zij een gepolijste oppervlakte hebben; verder zijn het goede geleiders voor warmte en electriciteit. Behalve kwik zijn alle metalen bij de gewone temperatuur vaste lichamen.
Alle metalen zijn ondoorzichtig; slechts in uiterst dunne lagen laten sommigen eenig licht door; goud bijv. kan in zulke dunne blaadjes worden geplet, dat deze, wanneer men ze tegen het licht houdt, een groen schijnsel doorlaten. In fijn verdeelden toestand zijn de metalen zwarte poeders. Zie voorts Delfstoffen en de afzonderlijke art. over de verschillende metalen,
