I en II, naam van twee kalifs uit de dynastie der Ommajaden:
M. I, geb. '623 te Mekka, zoon van Alhakam, werd de gunsteling van Osman, dien hij later tot het uiterste tegen zijn moordenaars verdedigde; hij kwam na den dood van Moawia II op den troon der kalifs, om te regeeren tot Kalid, zoon van Jezid I, meerderjarig zou zijn; hij begon zich onmiddellijk in de heerschappij te bevestigen en benoemde zijn zoon, AbdAlmalik, tot zijn opvolger; de partij van Kalid smeedde toen een komplot tegen zijn leven en in 685 werd hij vermoord, naar men wil door een vrouw.
M. II, geb. 688, kleinzoon van den vorige, was eerst stadhouder van Armenië, stond in 745 op als wreker van Welid II, liet zich tegenover Ibrahim, zoon van Jezid III, tot kalif uitroepen en koos Haran tot zijn residentie; hij versloeg verscheidene mededingers, doch werd in 750 door de aanhangers der Abassiden bij Arbela aan de Zab volkomen verslagen en op zijn vlucht naar Egypte door een koptisch christen om het leven gebracht. Met hem eindigde het kalifaat der Ommajaden in Azië.