taalgeleerde, 1774 te Amsterdam geb., werd 1797 buitengewoon, 1799 gewoon hoogl. in de nederl. taal en welsprekendheid te Leiden. Hoogst verdienstelijk maakte S. zich door hetgeen hij deed tot bevordering eener juiste spelling der nederl. taal.
Hoofdwerk: Verhandeling over de Nederduitsche spelling, gevolgd door'een Woordenboek over de Nederduitsche spelling (1805). Deze spelling werd door de regeering goedgekeurd en bleef tot op de nieuwe van De Vries en Te Winkel de heerschende. S. overl. 1854.