Gepubliceerd op 23-02-2021

M

betekenis & definitie

m, de dertiende letter van ons alphabet (de twaalfde van het latijnsche); in de oudste semietische inscripties bestaat zij niet gelijk thans uit een zigzag van vier, maar uit een van vijf halen, waarvan de eerste langer is dan de overigen; deze M van vijf halen was vooral in gebruik op Kreta en onder de italische volken; de Romeinen hebben haar alleen in de oudste tijden gebezigd, later bedienden zij er zich uitsluitend van in de verkorting van Manius (tegenover de gewone M, verkorting van Marcus). Steeds hadden in de oudheid alle halen een schuinen stand (gelijk een omgekeerde W).

De M behoort naar de spraakwerktuigen waarmee zij wordt gevormd tot de lipletters, en naar de wijze waarop zij gevormd wordt tot de schuringsgeluiden en verder tot de neusletters: bij de vorming der M schuurt de lucht gedeeltelijk door een nauwe opening tusschen de saamgedrukte onder- en bovenlip, en stroomt gedeeltelijk door de neusholte. In het latijnsche talstelsel beteekent M 1000; dit getalteeken is geen verkorting van mille, maar is ontstaan uit de grieksche phi. Als verkorting beteekent M: mille, maand, meter, mijnheer, maatschappij, enz.; in Frankrijk: Monsieur (MM: Messieurs), in Duitsehiand: Mark. W in schotsche eigennamen is Mac (zie ald.). M met een jaartal beteekent op geweren: model van dat jaar. Op munten duidt een M Toulouse aan als de plaats waar zij geslagen zijn, terwijl een M met een kroon wil zeggen: geslagen te Madrid.