Gepubliceerd op 23-02-2021

Lumey

betekenis & definitie

(Willem van der Mark, heer van) een der onderteekenaars van het verbond der Edelen in 1565, voegde zich drie jaar later met een bende ruiters bij den prins van Oranje; in 1572 was hij admiraal van 's prinsen vloot in Engeland, waar hij zich bij de Watergeuzen aansloot en bij de inneming van Brielle het opperbevel voerde; ging daarna naar de vergadering der staten van Holland te Dordrecht, die hem als algemeen stadhouder van den prins over Holland erkenden. Na Rotterdam en Schoonhoven te hebben vermeesterd, stiet hij voor Amsterdam het hoofd, en geraakte in een hinderlaag, toen hij tegen don Frederik de Toledo, die Haarlem bele-

gerde, was afgezonden, zoodat hij het grootste gedeelte zijner troepen verloor, en zelf nauwelijks den dood ontkwam. Ten gevolge van beschuldigingen door zijn vijanden tegen hem ingebracht, werd hij in 1573 gevangen genomen doch spoedig ontslagen, waarop hij met eenige Walen oproerige bewegingen begon, die hem nogmaals in de gevangenis brachten. Hij wist nu te ontsnappen en kreeg later verlof om zich ergens te vestigen. Naar Luik vertrokken, stierf hij drie of vier jaar daarna, volgens sommigen aan de gevolgen van een dollenhondsbeet, volgens anderen aan vergif.

< >