schotsche zeehaven en stad in het graafschap Edinburg, aan den mond der rivier Leith in de golf van Forth, 2 uur n.o. van Edinburg. Het ten n. van de rivier gelegen gedeelte heet North-Leith, is slechts een voorstad van South-Leith, waar de kantoren zijn en waar de koopman zijn verblijf houdt; L. staat met Edinburg, waarvan het een voorstad is, in verbinding door een spoorweg.
De voornaamste gebouwen zijn de beurs, het stadhuis, verscheidene banken en de Leafeldbaden. De voornaamste inrichtingen van onderwijs zijn de Leith High school en dr. Bell’s school. De haven is in de laatste jaren veel verdiept en uitgebreid, heeft groote natte en droge dokken en een herstellingsdok dat de grootste schepen opnemen kan. De fabrieken zijn er van niet veel beteekenis. De stad breidt zich nog voortdurend uit en reikt door de Leith-Wack tot aan de huizen van Edinburg. Van hier een stoomvaartlijn naar Rotterdam. 77.000 inw.