elke stof die bestaat uit twee of meer metalen die in gesmolten toestand met elkander vermengd zijn of door oplossing van het eene metaal in het andere of in metalloïden verkregen zijn. Vele legeeringen worden in de nijverheid gebruikt, omdat zij dikwijls betere eigenschappen hebben dan de afzonderlijke metalen.
Goud en zilver bijv. zijn in zuiveren toestand te week voor munt; het geld zou veel te snel afslijten; door toevoeging van een weinig koper echter, verkrijgt men een legeering, die een voldoende hardheid bezit. Koper is te week en te taai om het op de draaibank te kunnen bewerken; wordt het met de helft zink gemengd, dan verkrijgt men het harde messing (geel koper), dat goed verwerkt kan worden. Kanonmetaal is een taaie legeering van 9 deelen koper en 1 deel tin; nog harder is de klok-spijs, die uit 2 deelen tin en 8 deelen koper bestaat. Hoe meer tin zulk een L. bevat, hoe dichter de kleur is; spiegelmetaal bestaat uit 1 deel tin en 2 deelen koper en bezit een bijna witte kleur. Dit kan zeer schoon gepolijst worden, en om die reden gebruikt men het voor spiegels in telescopen. Het smeltpunt van een L. is gewoonlijk lager dan het smeltpunt der metalen, waaruit zij bestaat.