of Lhassa, hoofdstad van Tibet, 30° 48' N.B. en 91° 25' O.L., residentie van den Dalai’ of Grooten-Lama en van den Tazen of chineeschen resident, aan de Moeran, een bijrivier van den San-Po. De stad heeft fraaie straten, veel bazaars en tempels.
De huizen zijn meestal van steen, doch hoe mooi zij er van buiten ook uitzien, zegt Huc, „het zijn gepleisterde graven van binnen, alles vuil/' De groote tempel van Boeddha, ook het verblijf van den Dalai-Lama, den priestervorst van Tibet en Oost-Azdë, is een groot vierkant gebouw, dat eenige bunders groot is, daaraan grenzen aan de 4 zijden 4 kloosters, die naar men wil door 4000 monniken bewoond worden, en druk bezocht door de Chineezen en Mongolen, als scholen voor den Boeddhistischen godsdienst en zijn wijsbegeerte. L. drijft handel in zijde, wol, geitenhaar, vruchten, wollen, kasjemieren en linnen stoffen, goud- en zilverstaven en edelgesteenten. Zijn handel strekt zich uit tot Hindostan, China en vele deelen van CentraalAzië, en zijn juweliers, metaalwerkers en graveurs worden in bekwaamheid naast de Chineezen geplaatst. De bevolking bedraagt naar gissing 30.000 inw.
