Gepubliceerd op 23-02-2021

Kurk

betekenis & definitie

Suber, een eigenaardig celweefsel, dat zich bij boomgewassen onder de schors en in andere deelen der plant ontwikkelt Ook bij verwonding der plant vormt zich K. Het K.-weefsel heeft vierkante, luchthoudende cellen, die daardoor de eigenschap bezitten van de warmte slecht te geleiden en tevens de uitwaseming te verhinderen, terwijl het tevens aan het doordringen van vloeistoffen of gassen weerstand biedt, waardoor het zeer geschikt is tot het sluiten van flesschen en ander vaatwerk.

De ontwikkeling van het K. is bij de planten gering, de K.-laagjes zijn bijzonder dun en vaak alleen met het vergrootglas waar te nemen. Alleen bij enkele planten wordt het overvloediger gevonden, zooals in den bij ons voorkomenden K.ijp (Ulmus Suberosa), doch vooral bij den in Frankrijk en Spanje groeienden K.-eik, welks schors een zoo dikke laag bevat dat deze van den stam kan worden afgenomen, om die vervolgens tot technische doeleinden aan te wenden. Daartoe wordt het K. in water gelegd, dan sterk geperst om het vlak te maken of het wordt op heete platen of andere wijzen door sterke hitte gedroogd, waarom de K.-platen meestal aan de eene zijde zwart zijn. Uit deze worden de gewone kurken gesneden. Ook bij reddingsbooten en in andere gevallen wordt K. aangewend.

< >