Gepubliceerd op 23-02-2021

Kruit

betekenis & definitie

buskruit, pulver, een ontplofbare stof, bestaande uit een mengsel van salpeter, houtskool en zwavel; dit mengsel ontvlamt bij een temperatuur van ongeveer 300° C„ alsook door wrijving of slaan, en ontwikkelt bij dit ontvlammen een ontzaglijke hoeveelheid gas (verscheidene duizenden malen zijn volumen), waardoor zware projectielen weggeslingerd en vaste voorwerpen vaneengescheurd kunnen worden. Deze gasontwikkeling geschiedt bij goed K. niet zoo plotseling als bij vele andere ontploffende zelfstandigheden, zoodat het daardoor juist de geschiktheid bezit, om zware voorwerpen, kogels, met groote kracht en snelheid voort te stuwen, zonder dat het geschut gevaar loopt van te springen.

Daartoe moeten de bestanddeelen in een bepaalde verhouding gemengd worden. De ondervinding heeft, in overeenstemming met de theorie, als de beste mengings-verhouding die aangewezen, waarbij de zuurstof van de salpeter met de kool, koolzuur, en de zwavel met het vrij geworden kalium zwavelkalium vormen, terwijl de stikstof geheel vrij blijft. De geaardheid v/d kool heeft, evenals haar verhoudingshoeveelheid, een grooten invloed op de deugdzaamheid van het K„ want haar vatbaarheid voor verbranding hangt af van haar bereiding. Een moeilijk brandbare, dichte kool is een ongeschikt bestanddeel voor K., omdat zij niet in staat is door een snelle verbranding een plotselinge vermeerdering van omvang te bewerken. Hoegrooter het verschil is ttaschen de1 volumina v/h. K. voor en na zijn verbranding, zooveel te kleiner is de hoeveelheid, welke voor een bepaalde werking daarvan wordt vereischt;. aller wat derhalve de dichtheid van het K. vermeerdert, zijn bestanddeelen tot een geringeren omvang brengt, verhoogt zijn bruikbaarheid.

Als een in goede verhouding bereid mengsel in den vorm van een zeer fijn poeder wordt aangestoken, dan gaat de verbranding slechts langzaam voort, aangezien zij zich van het eene stofdeeltje tot het andere voortplant; maar de verbranding heeft veel sneller plaats, als het mengsel gekorreld; is, doordien de^ vlam zich in de tusschenruimten, welke daarbij, noodwendig bestaan, een weg baant en daardoor de verbranding op vele punten gelijktijdig plaats grijpt, terwijl zij tevens door de aanwezigheid van een grootere hoeveelheid dampkringslucht bevorderd wordt. Op deze omstandigheden en de mengingsverhouding berust derhalve het verschil in werking van de onderscheiden kruitsoorten. De geschiedenis van het K. is, wat zijn uitvinding aangaat, duister; want dat het eerst in de 14de eeuw door Berthold Schwartz zou uitgevonden zijn, is hoogst onwaarschijnlijk, aangezien het door de Chineezen reeds in de vroegste tijden voor kunstvuurwerk schijnt gebezigd te zijn. Daarenboven pleit een beschrijving van een mengsel, geheel overeenkomende met de samenstelling van K., in een uit de 8ste eeuw afkomstig handschrift van zekeren Marcus Graecus, voor de vroegere bekendheid met dit mengsel. De verhoudingen van de bestanddeelen van het K. in Duitschland zijn: salpeter 74, zwavel 10 en houtskool 16 deelen, in Frankrijk 74, 10.5 en 15.5, in Engeland 75, 10, 15. Tegenwoordig kent men ook recepten voor rookvrij (eigenlijk rookzwak) K.