Gepubliceerd op 23-02-2021

Koningsbergen

betekenis & definitie

duitsch Königsberg.

1) Regeeringsdistrict der provincie Oost-Pruisen, grenst ten n.w. aan de Oostzee, ten z.o. aan Rusland, is hier en daar heuvelig, overigens vlak, 21.109 km.2 groot, in 1900 met 1.204.386 inw. (578.489 mannen, 625.897 vrouwen), telt 48 steden en 2354 landgemeenten; is verdeeld in de 20 kreitsen Memel, Fischhausen, stad K., landkreits K. (1900: 62.112 inw.), Labiau, Wehlau, Gerdauen, Rastenburg, Friedland, Pruisisch-Eylau, Heiligenbeil, Braunsberg (1900: 53.978 inw.), Heilsberg, Rössel, Allenstein (1900: 82.486 inw.), Ortelsburg, Neidenburg, Osterode, Mohrungen, Pruisisch-Holland. Het is ingedeeld in 10 rijksdagskiesdistricten:
1) Memel-Heydekrug,
2) Labiau-Wehlau,
3) stad K.,
4) K.-Fischhausen,
5) Eylau-Heiligenbeil,
6) Braunsberg-Heilsberg,
7) Holland-Mohrungen,
8) Osterode-Neidenburg,
9) Allenstein-Rössel,
10) Rastenburg-Friedland.
2) K. in Pruisen, poolsch Krolewiec, hoofdstad der provincie Oost-Pruisen en van het regeeringsdistrict K., met den titel „koninkl. pruis. hoofd- en residentiestad”, ligt onder 54° 43' N.B. en 20° 30' O.L. v. Gr., aan de Pregel, 7 km. van haar monding in het Frische Haff, telde in 1900: 189.483 inw. (w.o. 8500 r.-kath. en 3975 israëlieten). K. bestaat uit drie, voorheen zelfstandige, stadswijken en eenige in lateren tijd daarmee vereenigde aangrenzende gemeenten; de wijk Kneiphof met domkerk en raadhuis ligt op een eiland en rust op in den grond geheide palen; het is het kwartier der rijke kooplieden. Onder de 15 kerken in de (thans gerestaureerde) gotische dom (1333) met torens en graftomben, de voornaamste. Monumenten: bronzen standbeeld van Kant (van Rauch, 1864 onthuld), standbeeld van vorst Bismarck (van Reusch, 1901), en standbeelden van eenige vorstelijke personen. Inrichtingen voor onderwijs: universiteit (zie beneden), drie gymnasia, blinden- en doofstommen-instituut, handelsschool, conservatorium (sinds 1881), allerlei vakscholen. Te K. verschijnen 11 couranten; de voornaamste daaronder zijn de vrijzinnige „Königsberger Hartungsche Zeitung”, de nationaal-liberale „Königsberger Allgemeine Zeitung”, de conservatieve „Ostpreuszische Zeitung” en de sociaal-democr. „Volkszeitung”. Hoofdmiddelen van bestaan: industrie (ijzergieterij, machinebouw, fabrikage van sigaren, cellulose, lucifers, barnsteenwaren, houtcement, bierbrouwerij) en handel. K. ligt aan de spoorlijnen Berlijn—> Kreuz—K.—Eydtkuhnen, Allenstein—K. (13J km.), K.—Tilsit (125 km.), K.—Goldap (168 km.), K.—Pillau (46 km.), K.—Prostken (195 km.). K. is een der sterkste vestingen van Pruisen (12 groote en tal van kleine forten).

De Albertus-universiteit te K., in 1544 door markgraaf Albrecht I, hertog van Brunswjjk, gesticht, telde in 1644 meer dan 2000 studenten, en in den zomer van 1902: 131 professoren en docenten, omstreeks 1000 studenten; tot de universiteit belmoren 9 seminaries (w.o. een poolsch), verder een sterrenwacht (1813 geopend), een veeartsenijkundige kliniek, een bibliotheek (220.000 boekdeelen, 1100 handschriften).

3) K. in de Neumark, kreits van het pruisisch regeeringsdistrict Frankfurt, in 1900 met 95.236 inw., in 8 steden en 96 landgemeenten. 4) Hoofdstad van den kreits K., in 1900: 5932 inw. 5) K. in Franken, stad in het hertogdom Saksen-Coburg, in een exclave van het beiersch regeeringsdistrict Unterfranken, in 1900: 854 inw. 6) Stad in het oostenrijksche district Falkenau, Bohemen, aan de Eger, in 1900: 4534 inw.