(lat. Gnossus) de grootste stad van het eiland Creta, beroemd als residentie van Minos, lag niet ver van de noordkust, o km. z.o. van het tegenwoordige Kandia.
Ruïnen nabij Makroticho. Belangrijk is K. als zetel van den eeredienst van Zeus, die hier als natuurgod op orgiastische wijze vereerd werd. Men toonde in de nabijheid de plaats waar hij geboren werd (1896 op den Ida teruggevonden), van zijn huwelijk met Hera en van zijn graf. De met dezen eeredienst verbonden dienst der Kureten en Korybanten doet tot een zeer vroege, waarschijnlijk semietische immigratie uit Azië besluiten, waaraan K. zijn ontstaan dankt. Eerst later kwamen de Doriërs onder Tectamus en verbreidden hun leefwijze en instellingen over het geheele eiland. In de nabijheid van K. plaatste de sage het Labyrinth (zie ald.), het verblijf van den Minotaurus.