fransch geschiedschrijver, geb. 19 Juni 1767 te Albens in Savoye, werd opgeleid te Bourg-en-Bresse en kwam 1790 naar Parijs. In zijn dagbladartikelen trad hij zoodanig tegen de republikeinen op, dat hij 1795 gevangen genomen en ter dood veroordeeld werd; doch door toedoen zijner vrienden werd het doodvonnis opgeheven.
In 1797 was hij redacteur van de royalistische „Quotidienne” en werd hij tot deportatie naar Cayenne veroordeeld; hij ontvluchtte naar het Jura-gebergte en schreef daar zijn beroemd satiriek gedicht Le prhitemps d’un proscrit. Na den 18den Brumaire keerde hij naar Parijs terug, werd 1814 lid der fransehe Academie en overl. 30 Sept. 1839 te Passy. Zijn voorn, werken zijn: Histoire des progrès et de la chute de Vempire de Mysore sous le regne eVHyder-Aly et de Tippoo-Saib (2 dln., Par. 1801), Histoire des croisades (7 dln., ald. 1812—22; nieuwe druk, 2 dln., ald. 1877; nederl. vertaling met platen, ’s Hertogenbosch 1879); Bibliothèque des croisades (4 dln., Par. 1829, 6de dr., door Poujoulat, 6 dln., 1840 —41; 7de dr., door Huillard-Bréholles, 4 dln., 1854), een bibliographiseh werk met uittreksels uit de bronnen voor de kruistochten; Biographie moderne (4 dln., ald. 1802), door de politie in beslag genomen, en de tegen Napoleon I gerichte Histoire des XV semaines (ald. 1815), waarvan binnen korten tijd 27 oplagen noodig waren. De vrucht eener reis naar het oosten legde M. neder in de Correspondance d’Oriënt (7 dln. Par. 1833—35); tezamen met Poujoulat gaf hij de Collection de mémoires pour servir d Vhistoire de France depuis le XIII. siècle (32 dln. 1836—39) uit.Zijn broeder Louis Gabriel M., genoemd ML chaud jeune, geb. 1772 te Bourg-en-Bresse, overl. 20 Maart 1858 te Ternes, een vurig royalist, maakte in de republikeinsche legers verschillende veldtochten mede en richtte vervolgens met zijn broeder en met Giguet een drukkerij en boekhandel op, waarin o. m. de door hem zelf geredigeerde Biographie universelle ancienne et moderne (met supplem., 85 dln., 1811—62, 2de dr., 45 dln., Parijs 1842 —65; 3de dr., 1870 vlg.) verscheen benevens de Biographie des hommes vivants.
