Zeevaartkundige en hydrograaf, geb. 1796 te Amsterdam, werd in 1816 stuurmansleerling; werd in 1821 benoemd tot onderwijzer aan de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, in welke betrekking hij tot 1828 werkzaam was, en in 1830 tot rijksonderwijzer in de zeevaartkunde. Van 1832—57 was hij bewaarder en beheerder van ’s rijks zeeinstrumenten en van 1838—50 lid der commissie tot het examineeren van zee-officieren.
S. stierf in 1866. Behalve vele belangrijke bijdragen in het tijdschrift ,,Verhandelingen en berigten betrekkelijk het zeewezen” schreef hij: Ster re- en zeevaartkundige tafelen; eene nieuwe uitgave van Douwes Ziee manstaf eten; Praetische Zeevaartkunde; Almanak ten dienste der Zeelieden enz.