Gepubliceerd op 23-02-2021

Jacob langebek

betekenis & definitie

deensch geschiedkundige, geb. te Thy 1710, overl. te Kopenhagen 1775, stichtte het Genootschap voor de beoefening der deensche taal en geschiedenis, en was lid der academie te Stockholm en Kopenhagen. Behalve een groot aantal brieven en dissertaties, heeft hij nagelaten: Deensche bibliotheek (1738—39), Het Deensche magazijn (1745—52), Scriptor es rerum danicarum medii aevi (1772—74), een werk dat na zijn dood werd voortgezet en eerst voltooid in 1839.

< >