Eran, het groote tafelland van Azië ten zuiden van het Hindoekoesj- en het Elboertsgebergte, van den Indus in het oosten tot den Tigris in het westen, naar het zuiden tot aan de Perzische golf en den Indischen oceaan zich uitstrekkend en 2.700.000 km.2 groot, staatkundig verdeeld over de landen Afghanistan met Kafiristan, Kelat of Beloedsjistan en Perzië, waarvan het laatstgenoemde alleen officieel aanspraak maakt op den naam I. De naam van het land, welks bewoners meerendeels van denzelfden oorsprong zjjn als de Ariërs en met deze den iranischen tak vormen van den indogermaanschen stam (zie Indogermanen), luidt op de Pehlewi-inscripties van den sassanide Sapor I (241— 272) Airan en Aryan, en beteekent oorspronkelijk: Ariërs en Land der Ariërs, in tegenstelling tot Aneran, in de inscripties: Anairan en Anaryan, d. i.
Niet-Ariërs en Land der Niet-Ariërs. De officieele titel der sassanidenkoningen luidt: Koning der koningen van ; Eran en Aneran. In de plaats van Aneran komt later, sedert Firdusi, de naam Turan (Toeran). Bij den griekschen geograaf Strabo wordt de naam Ariana beperkt tot de oostelijke provinciën van het rijk, Gedrosië, Drangiana, Arachosië, Paropamisus, Aria (d. i. Areia, oudperzisch Haraiva, thans Herat), Parthië en Carmanië. In de spijkerschriftinscripties komt geen algemeene naam voor, die alle arische landen omvat; in het zenda1 vesta dat onderscheid maakt tnsschen arische en niet-arische landen, wordt I. eenmaal airyosayana genoemd, d. w. z. woonplaats der Ariërs. Zie voorts: Perzië.
