Gepubliceerd op 23-02-2021

Isaurië

betekenis & definitie

in de oudheid landschap in het zuiden van Klein-Azië, tusschen Phrygië, Pamphylië, Lycaonië en Cilicië, op de noordelijke helling van den cilicischen Taurus, was slechts in het noordelijk gedeelte den Romeinen eenigszins bekend; de inwoners, van denzelfden stam als de Pisidiërs, waren berucht om hun rooftochten bij hun naburen en namen later levendig deel aan de zeeschuimerij der Ciliciërs. Ofschoon reeds door den romeinschen veldheer Servilius, die daarom den bijnaam Isauricus ontving, overwonnen (78—76 v.

Chr.), traden zij toch later telkens als stoute zeeroovers op, zelfs nadat Pompeius in 67 aan de klein-aziatische zeerooverij een einde had gemaakt. Eerst aan keizer Probus (276—282) gelukte het, de Isauriërs voor korten tijd aan het romeinsch gezag te onderwerpen. Nog in de 5de eeuw namen zij Seleucia, aan de kust van Cilicië, doch verdwijnen sedert uit de geschiedenis. Onder de voortbrengselen van dit, ofschoon bergachtig, toch niet onvruchtbaar landje, wordt ook wijn genoemd. De hoofdstad Isaura, dicht bij den Taurus, werd voor de eerste maal door den macedoniër Perdiccas (322 v. Chr.) en vervolgens nog eens door de Romeinen onder Servilius Isauricus verwoest.

Ten derden male opgebouwd in de nabijheid der oude stad, was zij reeds ten tijde van Ammianus in verval. De andere belangrijke plaats was Lystra, ten noorden van Isaura.

< >