plantengeslacht van de familie der Compositen, met een 60-tal, voor het meerendeel in de gematigde streken der oude wereld inheemsche soorten; de meeste zijn overblijvende gewassen met verspreide, niet ingesneden heldergele bladen en groote, heldergele bloemhoofdjes. Onder de in Nederland voorkomende soorten is de belangrijkste de alant, I. 1ïélenium, wier wortel onder den naam Radix Helenii officineel is; de plant bevat, behalve een rijkelijke hoeveelheid inuline, ook alantkamfer en alantol, en wordt tegenwoordig vrij algemeen gekweekt.
Een andere soort, I. conyza (Conyza squarrosa), het donderkruid, verdrijft door haar scherpen geur de motten.
