Gepubliceerd op 20-01-2021

Humphry davy

betekenis & definitie

Engelsch natuur- en scheikundige, geb. 17 Dec. 1778 te Penzance in Cornwall, werd door zijn moeder bij een apotheker in de leer gedaan, werd later assistent aan het pneumatisch instituut van Beddoes, te Clifton, deed hier allerlei ontdekkingen, en werd in 1803 hoogleeraar in de scheikunde aan het Royal Institution te Londen; in 1807 ontdekte hij de alkalimetalen, en bracht daarmede een omwenteling in de leer der scheikundigeelementen te weeg; in 1808 toonde hij de elementaire natuur van het chloor aan; in 1815 vond hij de wereldberoemde veiligheidslamp der mijnwerkers uit (lamp van Davy); van 1820—27 was hij president der Royal Society: sinds 1818 ziekelijk bracht hij de winters van 1827 en 28 in Italië door en overl. 29 Mei 1829 te G-enève. Zijn voornaamste geschriften zijn : Chemical and philosophical researches, chiefly concerning nitrous oxid and its respiration (1800) en de beide uitmuntende leerboeken: Elements of Chemical philosophie (1812) en Elements of agricultural chemistry (1813); verder schreef hij Salmonia, or days of flyfishing, interessant verhaal zijner reizen en natuurwetenschappelijke onderzoekingen, dikwijls herdrukt, en Consolations in travel, or the last days of a philosopher. droomerijen en overpeinzingen zijner jeugd, eerst na zijn dood in het licht gegeven. Zijn weduwe stichtte ter zijner gedachtenis een scheikundigen prijs, om de twee jaren door de hoogeschool te Genève toe te wijzen.

< >