Gepubliceerd op 23-02-2021

Houtteelt

betekenis & definitie

houtbouw, het bij wijze van bedrijf kweeken van houtgewassen. De producten der H. verdeelt men in hoofd- en nevenproducten.

Soms is het verkrijgen van nevenproducten, als vruchten, hakhout, hars, gom enz., hoofddoel, en dan wordt de H. veelal verbonden met verschillende takken van landen tuinbouw en veeteelt. In de H. is het kapitaal de voornaamste productiefactor en overtreft als zoodanig aanmerkelijk den arbeid. Bij de H. komen op 1 hectare grond per jaar 5—10 arbeidsdagen, en voor een dusdanig stuk grond is 750—900 gulden bedrijfskapitaal noodig; voor den gewonen landbouw bedragen deze cijfers: arbeidsdagen per jaar en per hectare 50—100, benoodigd kapitaal idem 70—300 gulden. Het uitzaaien en het. oogsten liggen bij de H. zoo ver van elkander, dat in den regel hij die uitzaait niet zelf de vruchten van zijn arbeid oogsten kan. Beganemisslagen, verkeerde keus der houtsoort enz. zijn meestal eerst laat en in den regel niet dan met groote moeite en zware offers goed te maken. Om deze redenen is de H. meer geschikt voor het grootbedrijf dan voor het kleinbedrijf; zij leent zich bij uitnemendheid voor staats-exploitatie; op groote schaal wordt zij dan ook weinig meer door particulieren bedreven.Met de theorie van de H. en van het boschwezen in het algemeen houdt zich de boschkunde bezig; dit is geen op zichzelf staande wetenschap, zij steunt op grondwetenschappen en wordt aangevuld door hulpwetenschappen; bedoelde grondwetenschappen zijn: natuurwetenschappen, wiskunde, teekenen, landhuishoudkunde, de voornaamste hulpwetenschappen zijn: de boschproductieleer, bodemkunde, klimatologie, leer der behandeling van houtgewassen, kennis van de ziekten der houtgewassen, van de schadelijke insecten en van de onkruiden, boschtechnologie, kennis herwetten en verordeningen ten aanzien van het boschbeheer en jacht, enz. In sommige landen bestaan bijz. academies v. d. boschkunde: te Eberswa'.de, Munden, Aschafienburg, Tharandt, Tübingen, Karlsruhe, Giessen, Eisenach, Weenen, Moravisch-Weiszkirohen, Wejstwasser, Lemberg, Schemnitz, Kreuz, Zurich, Nancy, Vallombrosa bij Florence, Petersburg, Moskau, Ewois (Finland), Stokholm, Kopenhagen. In Nederland wordt de boschkunde onderwezen aan de rijkslandbouwschool te Wageningen, in Engeland aan de technische hoogeschool te Cooper’s Hill. De kennis der boschkultuurplanten en daarbij voorkomende onkruiden heet boschbotaniek, en omvat de toepassing, de algemeene plantkunde, de anatomie en de physiologie der planten, en een door wetenschappelijke studie en door practijk verkregen kennis van de standplaatsen der verschillende houtgewassen; de literatuur der boschbotaniek, waartoe in ruimeren zin alle werken over dendrologie behooren, is zeer rijk. Ter opleiding van personeel bij de H. bestaan in vele landen bijzondere vakscholen.

De H. heeft in de dierenwereld vele vijanden, vooral onder de insecten. De meest schadelijke insecten behooren tot de kevers en vlinders; onder de rechtvleugeligen komen slechts enkele zeer schadelijke insecten voor, onder de twee- en halfvleugeligen slechts enkele merkelijk schadelijke, onder de netvleugeligen geen schadelijke, daarentegen verscheidene voor de H. zeer nuttige. Zie de bij dit art. beh. plaat.

< >