in de noorsche mythologie dochter van Loki en van de reuzin Angrboda, half Zwart en half menschkleurig. H. werd, toen zij Loki uit Jotunheim naar Asgard bracht, naar Niflheim in de diepte der aarde gestort en troont daar in Helheim, als godin der onderwereld en van den dood.
Een met goud gedekte brug voert over de rivier Gjoll in haar rijk, waarin volgens het oudere geloof alle menschen, volgens jonger beschouwing alleen de aan ziekte of aan ouderdomszwakte overledenen komen, en waar hare ,woning, met ijzeren omheining, bewaakt wordt door den hond Garm. Haar aanblik is schrikwekkend van onbarmhartigheid en hebzucht. Ook in de duitsche middeneeuwen vindt men nog de voorstelling van een vraatzuchtige, hongerige, onverzadelijke hel, terwijl de grieksche Hades evenals de latijnsche Orcus mannelijk gedacht werden.