Gepubliceerd op 17-02-2021

Hamlet

betekenis & definitie

legendarische prins van Denemarken, wiens geschiedenis door Shakespeare tot een zijner beste drama’s verwerkt is. Het allereerst wordt deze legende gevonden bij den deensehen geschiedschrijver Saxo Grammaticus (12de eeuw); herinneringen uit de deensche geschiedenis en de figuur van den romeinschen tirannenmoorder Brutus (zie Junii), die eveneens zijne aanslagen tegen de Tarquinii onder den mantel van verstandsverbijstering verborg, schijnen daarin samengesmolten.

Van hier uit ging zij over in de Histoires tragiques van Belleforest (Par. 1564). Van dit werk verscheen wel is waar eerst in 1596 een volledige engelsche vertaling; maar reeds vroeger zullen wel vertalingen van enkele stukken daaruit in Engeland in omloop zijn geweest, en daaronder wellicht ook The historie of Hamlet. De daarin voorgestelde geschiedenis luidt in hoofdzaak anders dan later in het drama van Shakespeare. De vader van den prins is door diens oom Frengo in ’t openbaar vermoord. Amleth, zooals de prins bij Saxo heet, ontkomt een gelijk lot, dat hem als den natuurlijken wreker wachtte, alleen daardoor dat hij zich als een onnoozele aanstelde, totdat een feest hem de gelegenheid verschaft zijn dronken oom tegelijk met diens aanhang te dooden. Van vrijwillig talmen, gewetensbezwaren en dergelijke is hier nog geen spoor; een vriend en een meisje zijn er wel, maar van Horatio en Ophelia hebben zij niets weg.

Deze fabel, vermoedelijk uit de 5de eeuw v. Chr. afkomstig, werd reeds vóór Shakespeare, waarschijnlijk door Kyd, omstreeks 1587 als onderwerp gebezigd voor een tragedie, den z.g. Oer-Hamlet, die verloren gegaan is, maar waarvan wij door berichten van tijdgenooten toch weten dat de geest van Hamlet’s vader er reeds in optrad. Van Shakespeare’s drama hoort men voor het eerst in 1602; de eerste uitgaaf van 1603 is een slechte, niet door den schrijver bezorgde en bevat tevens een oudere lezing, waarin o. a. Hamlet’s moeder aan den moord op haar echtgenoot nog veel duidelijker medeplichtig is. Eerst in 1604 verscheen het stuk in den bekenden vorm.

Verg. Zinzow, Die Hamletsage (Halle 1877); G. Sarrazin, Th. Kyd und sein Kr eis (Berl. 1892). Voor de verklaring der Hamlet-figuur bij Shakespeare heeft Goethe (in Wilhelm Meister) den weg gewezen en hij is daarin nog niet overtroffen. De tallooze geschriften over Hamlet zijn voor het meerendeel slechts sterk in de polemiek, maar leveren bijna niets positiefs.

< >