Gepubliceerd op 17-02-2021

Hamah

betekenis & definitie

stad in het aziatisch-turksche vilajet Syrië, aan den karavanenweg tusschen Hal eb en Damas cus, aan de Orontes, in ©en ooftrijke landstreek, aan den westvoet van den Alaberg (zie Ala); het is een onzindelijke plaats met nauwe straten, een bazar, openbare baden, 13 moskeeën en 45.000 inw., w.o-. 4000 grieksch-kath. christenen; wol-, katoenen zijdeweverijen, fabrikage van arabische mantels en handel met de Bedoeïnen. H. is het overoude Hamath, Emath of Amatha, een stichting der Phoeniciërs, door David voor korten tijd aan het rijk der Israëlieten onderworpen, in 854 v.

Chr. door Salmanassar II, koning van Assyrië, ingenomen, ruim een eeuw later door Teglatphalasar schatplichtig gemaakt. Sinds de heerschappij der Seleuciden noemden de Grieken de stad ter eere van Antiochus IV Epiphanes: Epiphaneia. In 639 gaf zij zich over aan een der veldheeren van Omar, in 1178 viel zij in handen van Saladin.

< >