Gepubliceerd op 17-02-2021

Handel

betekenis & definitie

de beroepsmatige in- en verkoop van goederen tot het behalen van winst. In ruimeren zin: het omruilen van iets tegen iets anders in het algemeen.

Zoodanige omruiling is een noodwendig gevolg der economische arbeidsverdeeling en treedt derhalve overal in waar de eenling niet louter voor eigen behoefte produceert, maar een deel van de eigen voortbrengselen omruilt tegen die van een ander. Soms geschiedt deze ruiling onmiddellijk tusschen producent en consument. In andere gevallen echter treedt de handel (in zijn engere beteekenis) op als tusschenpersoon tusschen beiden; de handel wordt dan een zelfstandig bedrijf ten koste van beide genoemde factoren (producent en consument), een bedrijf welks taak het is de distributie der productie te vergemakkelijken. De goederen gaan dan niet rechtstreeks van den producent naar den verbruiker, maar van den producent naar den handel en van deze naar den verbruiker. In deze laatste opeenvolging van factoren stelt de handel niet altijd slechts één enkelen tusschenpersoon voor, maar veelal meerdere zoodanige personen. Degene die deze bemiddelingswerkzaamheid beroepmatig uitoefent, heet in staathuishoudkundigen zin een koopman.

De producent volvoert wel, wanneer hij zijn voortbrengselen verkoopt, d. i. tegen geld verruilt, een handelsbedrijf, en kan buiten zijn productie- en arbeidswinst ook op een handelswinst doelen, maar daarom drijft hij nog geen handel. De eigenlijke handel is de middelaar tusschen vraag en aanbod; hij neemt den bezitters hun voorraden van ontbeerlijke goederen af om ze dengenen toe te voeren die er behoefte aan hebben.Wat de indeelingen des handels betreft, onderscheidt men

1) met opzicht tot de voorwerpen goederenhandel en papier- (kredietpapier) of effectenhandel. De goederenhandel is deels grootdeels kleinhandel en bevat
a) den natuurvoortbrengselen- of productenhandel en
b) den kunstvoortbrengselen- of manufactuurhandel (handel met fabrieksgoederen, fabrikaten).

Beide soorten splitsen zich in de verschillende vakken van goederenhandel, als graan-, hout-, wijn-, wol-, zijden-, laken-, specerjjhandel enz. De kredietpapierhandel of effectenhandel omvat den handel met staatspapieren, actiën in groote ondernemingen, wissels, over het algemeen alle papierwaarden, die verhandeld en in omloop kunnen gebracht worden.

2) Met betrekking tot het onderscheiden land, van waar uit de handel gedreven wordt, binnenhandel, die alleen binnen het land met louter inheemsche goederen gedreven wordt; uit- en invoerhandel die inheemsche producten naar buitenslands uitvoert, en daartegen in ruiling vreemde producten voor de inlandsche consumptie terug brengt; eindelijk tussehenhandel, die buitenlandsche voortbrengselen tegen elkander omzet, gevolgelijk een bloot bedrijf in dienst van het buitenland is.
3) Ten aanzien der land- of zeewegen, die tot het ontbieden der koopmanschappen ingeslagen worden, is de handel of directe handel, namelijk uit de eerste hand, of indirecte handel, dat is uit de tweede of derde hand;
4) aangaande de verzendingswijze der goederen splitst zich de handel in land- en zeehandel;
5) in verband tot de werelddeelen van waar of naar welke handel gedreven wordt, is de handel een europeesche, aziatische enz., en met betrekking tot de enkele landen heeft men een hollandschen, franschen, engelschen, west- of oost-indischen handel enz.

Statistiek van het handelsverkeer

Deze strekt zich uitsluitend uit over den buiten- of in- en uitvoerhandel. Het reusachtig binnenl. handelsverkeer heeft de statistiek tot heden niet kunnen benaderen. De ontwikkeling van den handel der verschillende landen is onder de betreffende artikelen zelf behandeld (zie Duitschland, Frankrijk, Groot-Britannië enz.).