Gepubliceerd op 17-02-2021

Gouda

betekenis & definitie

gemeente in Zuid-Holland (kantonshoofdplaats, arrond. Rotterdam), omgeven door de gem.

Waddinxveen, Reeuwijk, Haastrecht, Stolwijk, Gouderak en Moordrecht, ruim 91/2 km.2 groot, alles laagveen, bevat de stad Gouda en telde 1 Jan. 1902: 22.651 inw., w.o. 7000 r.-kath. Kiesdistrict zie volgend artikel; personeele belasting 4de klasse.De stad G., Ter Gou of Tergouw, ligt aan den rechteroever van den Hollandschen IJsel en aan beide oevers van de Gouwe, 3y2 uur n.o. van Rotterdam; zij is ruim en luchtig gebouwd en met haar vele grachten, singels en kaden geheel een hollandsehe stad; de voornaamste punten zijn de fraaie en ruime Groote Markt, de OosthaVen, de Westhaven, de Gouwe, onder de straten: de Kleiweg, de Hoogstraat, de Wijdstraat, de Tiendeweg, en buiten de oude stad: de Fluweelensingel, de Bleekerssingel, de Kattensingel, de Turfsingel; de voornaamste gebouwen zijn: de herv. Groote of St. Janskerk (tweede helft 15de eeuw, na een brand een eeuw later vernieuwd), 105 m. lang, 46 m. breed, 251/2 m. hoog, met fraai klokkenspel, tal van grafgesteenten van bekende mannen (Beverningk, Coornhert, de Lange van Wijngaarden), en vooral vermaard om haar orgel en vensterschilderingen, deze laatste het werk van onderscheidene kunstenaars der 16de eeuw, de meeste van de gebr. Crabeth (zie ald.); verder het laat-gotisch stadhuis (1449 voltooid, 1603 verbouwd, 1690 vernieuwd), de waag, de Doelen enz, G. heeft een gymnasium, een R. H. B.

S. met 5-j. cursus, een stedelijke muziekschool, een burgeravondschool, een gem. museum van oudheden (opgericht Mei 1874 en in het gebouw Arti-Legi geplaatst), voornamelijk oudheden bevattend die betrekking hebben op de geschiedenis der gemeente; openbare boekerij, meest bekend onder den naam van Librije (gevestigd in een gebouw op de Oosthaven), bestaande uit 5000 boekdeelen, tot ongeveer alle vakken van wetenschap behoorend? en verder uit eenige incunabelen en handschriften. G. is zetel van een kantongerecht, welks rechtsgebied zich uitstrekt over de gemeenten Bleiswijk, Gouda, Gouderak, Hekendorp, Lange-Ruige-Weide, Moerkapelle, Moordrecht, Nieuwerkerk-aan-den-IJssel, Reeuwijk, Waddinxveen, Zevenhuizen. Fabrikage van steenen pijpen (Goudsche pijpen) en stearinekaarsen (Gouda-kaarsen), pottenbakkerij, allerlei andere industrie, vee-, kaas- en botermarkten, winkelnering, scheepvaart; in de omgeving bleekerijen en steenbakkerijen (aan den IJsel). G. ligt aan de spoorlijnen Amsterdam—G.—Rotterdam (S.S.), Den Haag—Delft G. (H.S.M.), G.—Soetermeer—Den Haag (S.S.), G.—Utrecht (S.S.), en aan de tramlijnen Oudewater—G. en G.—Bodegraven; verder heeft het geregelde stoombootverbinding met verschillende groote plaatsen der omgeving.

G. kreeg in 1272 van graaf Floris V stedelijke rechten, waarop het met muren en poorten, waarvan nog slechts weinige overblijfselen zijn, versterkt werd; het was in de 14de eeuw de vijfde stad van Holland en later, nadat het dezen rang aan Amsterdam had moeten afstaan, tot 1795 de zesde stad van genoemd gewest; het aantal inw. bedroeg omstr. het midden der 16de eeuw 15 a 16.000, twee eeuwen later 20.000, in 1796 11.715, in 1822 10.586, in 1830 weer 14.878, 20 jaar later weer 13.788, in 1870 ruim 16.000. In 1361 en 1438 werd de stad door brand nagenoeg geheel verwoest; in 1488 sloeg zij een aanslag der Utrechtenaren af; 21 Juni 1572 ging zij, door een handvol Geuzen onder Adriaan van Zwie;ten ingenomen, tot de zijde van Oranje over en een poging der Spanjaarden in Febr. 1574, om G. weer in hun macht te krijgen, mislukte. In Juni 1672 hielden de Gouwenaars de Franschen tegen, waartoe de omgeving onder water gezet werd. G. is de geboorteplaats van Beverningk, van C. en F. Houtman, van den dichter Van Alphen, misschien ook van Erasmus.

< >