Schrijver, geb. 15 Febr. 1766 te Riga, studeerde te Halle en Jena in de rechten, nam in franschen dienst deel aan de revolutie-oorlogen, werd later hoogleeraar in de fransche taal- en letterkunde te Keulen, trad in 1805 in russischen staatsdienst en stierf 28 Nov. 1847 te Parijs.
F. schreef: Notices sur l’intérieur de la France (anoniem, 1807), weinig later herdrukt onder den titel: Offrandes à Bonaparte (Lond. 1807), Observations sur l’armée française 1792—1807 (1808), Bagatelles. Promenades d’un désoeuvré dans la ville de St. Pétersbourg (Petersb. 1811), Beiträge zur Charakteristik der franz. Staatsverfassung und Staatsverwaltung (Koningsbergen 1815) en Le comte J. Capodistrias (Parijs 1842).
