duitsch geleerde, in 1793 bij Delitzsch geb., werd 1840 hoogleeraar te Leipzig. Geschriften over het gymnasiaal onderwijs, kritische uitgave van de schriften van Plato en grondige opheldering van deze in de Bibliotheca Graeca (9 dln., 1827).
Ook werden door hem Parmenides (1839), de commentaar op Homerus van Eustathius (5 dln., 1830) en de Terentius van Westerhoven uitgegeven. S. stierf in 1861.