Gepubliceerd op 17-02-2021

Gorilla

betekenis & definitie

Troglodytes gorilla Savage, de grootste onder de anthropomorphe of menschvormige apen, die waarschijnlijk reeds aan den carthaagschen zeevaarder Hanno bekend was, doch eerst in 1847 door den missionaris Savage weer werd aangetroffen, en wel in de wouden in het gebied van de Gaboenrivier. Het volwassen mannetje bereikt de grootte van een man, is echter aan de schouders veel breeder (tot 1 meter); inzonderheid de armen zijn zeer gespierd; het hoofd is zeer groot, het gezicht steekt ver vooruit, de ooren zijn klein, evenals de oogen, die diep in het hoofd liggen, de neus is zeer vlak en stomp, de mond is voorzien van een krachtig gebit, al hetgeen het dier een uiterst wild en woest voorkomen geeft, waaraan zijn aard echter niet geheel beantwoordt; inplaats van b.v. den mensch aan te vallen ontvlucht hij dezen, doch mensch aan te vallen ontvlucht hij deze, doch verweert zich gewond tot het uiterste, en is dan met zijn herculische kracht en zijn geweldig gebit een vreeselijk tegenstander.

De bovenste ledematen zijn niet veel langer dan bij den mensch, de groote handen bezitten een korten duim, evenals de lange breede handen der onderste ledematen. Het wijfje is merkelijk kleiner dan het mannetje en ook minder krachtig gebouwd. De huid van den G. is ronselig, diepzwart, de beharing weinig dicht, en inzonderheid aan buik en borst, binnenzijde der ledematen en handen zeer spaarzaam, terwijl aangezicht en handpalmen geheel kaal zijn. De beharing is op den schedel roodbruin, overigens donkerbruin in verschillende tinten. Aan de vingers komen breede, gewelfde nagels voor. De gorilla’s bewonen de dichte, waterrijke kustwouden der west-afrikaansche tropenwereld, ongeveer tusschen den evenaar en den vijfden zuiderbreedtegraad; het zijn boombewoners en goede klimmers; zij voeden zich met vruchten, eieren, vogels, en richten vaak' in de yam-, maniok- en suikerrietvelden groote schade aan.

Zij leven in kleine troepen van 1—3 families en houden zich zelden lang op dezelfde plaats op. Zij bouwen zich ongeveer 2 meter boven den grond een nachtverblijf, dat hoogstens een week door hen gebruikt wordt. Op den grond beweegt hij zich zelden rechtop en meestal op alle vier ledematen. Jonge gorilla’s heeft men tot heden nog hoogst zelden levend naar Europa kunnen brengen; in den regel sterven zij in gevangenschap zeer spoedig; het exemplaar te Berlijn (1892) toonde zich zeer intelligent en uiterst gevoelig voor vriendelijke behandeling, ook veel minder levendig dan de jonge chimpanzees.

< >