Ten tijde van de republiek der Vereenigde Nederlanden naam van de onderhoorigheden welke, buiten de grenzen gelegen, tot geen der provinciën behoorden, maar zooveel als wingewesten der republiek vormden Tot de G. behoorden
1) het kwartier van ’s Hertogenbosch, verdeeld in de meierij van Den Bosch en het land van Kuik :
2) het kwartier van Antwerpen , verdeeld in de baronnie van Breda, het markiezaat van Bergen-op-Zoom, en de heerlijkheden Willemstad, Prinsenland en Steenbergen;
3) Staats-Vlaanderen, verdeeld in het vrije land van Sluis en de vier Ambachten;
4) Staats-Limburg of het land Overmaze;
5) het Overkwartier van Gelderland, bestaande uit Venlo. St. Michiel en Stevensweert.
De meeste G. waren met de wapens veroverde deelen van de zuidelijke provinciën, die bij den vrede van Munster door Spanje waren afgestaan. Zij hadden in de vergaderingen der Algemeene Staten geen stem.