Gepubliceerd op 29-01-2021

Gaea, ge

betekenis & definitie

Tellus, de Aarde, werd sedert den oudsten tijd als eene eerwaardige godin vereerd, die al wat leeft uit haren schoot baart en aan hare borsten zoogt en voedt. Als deze alvoedende Moederaarde was zij te Dodona met den bevruchtenden hemelgod Zeus verbonden, daar zongen de priesteressen : „Zeus was, Zeus is en Zeus zal zijn; o groote god Zeus! Ge schenkt vruchten, noemt daarom Gaea moeder!” Bij Homerus wordt de doorluchtige godin tegelijk met Zeus, Helius, Hemel en Onderwereld bij eeden aangeroepen en werd haar een zwart lam als offer gebracht. De vruchtbare, voortbrengende, overoude godin speelt in de theogoniën een belangrijke rol; zij is moeder van een talrijke nakomelingschap, inzonderheid stammen van haar af duistere, vreeslijke wezens en geweldige reuzen, zoo als Tityus. Bij Hesiodus ontstond zij uit Chaos en verwekte zij uit zichzelve den aan haar gelijken Hemel (Uranus), de bergen en den Pontus, vervolgens bij Uranus de Titans, Cyclopen en Heeatonchiren, uit het bloed van den verminkten Uranus de Erinnyen, de Giganten en melische Nymphen (godheden van den moordenden strijd). Ook de autochthonen heetten hare kinderen, evenals Erechtheus. Zij is de voedster der menschen en vooral van de deugd, en daar de dampen die de voorzeggingskracht opwekken uit de aarde opstijgen, is zij ook eene waarzeggende godin. In ouden tijd behoorde haar het delphische orakel. Zij werd vereerd te Athene, Sparta, Delphi, Ölympia enz. Hare standbeelden droegen een sleutel in de hand; er is evenwel geen van bewaard gebleven. Men vereenigde haar later met Cybele en Demeter. Evenzoo verbonden de Romeinen hunne Tellus met Ceres. Op de zaaifeesten in Januari (feriae sementivae) offerde men aan haar de door Numa ingestelde Fordicidia (het slachten van drachtige dieren). Bij de Romeinen stond aan Tellus een manlijke godheid van dezelfde beteekenis, Tellumo, ter zijde.