hertog van Valmy, fransch staatsman, zoon van den vorige, geb. te Parijs, 1802, aldaar overl. 1868, was na de Juli-revolutie kabinetschef van den minister van buitenlandsche zaken, en zaakgelastigde bij de Zwitsersche regeering. In 1833 nam hij ontslag uit den staatsdienst en wijdde zich aan de journalistiek.
Kort daarna gekozen tot afgevaardigde voor Toulouse, nam hij plaats aan de rechterzijde, bestreed de politiek van Lodewijk Philips en ging naar Londen zijn hulde brengen aan den graaf van Chambord. Een paar jaar later begon K. zich vooral als schrijver over staatkundige quaesties verdienstelijk te maken. Hij deed o.a. het licht zien: De la force du droit et du droit de la force (1850), Histoire de la campagne de 1800 (1854), naar documenten hem door zijn grootvader nagelaten; VEglise et l’Etat au XIXme siècle (1861), La Turquie et l’Europe en 1867 (1867).