Gepubliceerd op 29-01-2021

Erfstelling

betekenis & definitie

het stellen van een erfgenaam, uiterste wilsbeschikking, waarbij een erflater een of meer personen instelt tot erfgenamen van zijn nalatenschap of van een zeker evenredig deel daarvan : testamentaire beschikking dus, waarbij de erflater, behoudens de legitieme portie, zelf de erfgenamen aanwijst. Het Burgerl. wetboek (art. 1001—1003) bepaalt ten aanzien van de E. :

E. is een uiterste wilsbeschikking, waarbij de erflater aan een of meer personen de goederen geeft, welke hij bij zijn overlijden zal nalaten, hetzij in het geheel, hetzij voor een gedeelte, zooals de helft, een derde. Bij het overlijden van den erflater, treden van rechtswege in het bezit van de nagelatene goederen, zoowel de bij uitersten wil benoemde erfgenamen als degenen aan wie de wet een gedeelte in de nalatenschap toekent. Indien er geschil ontstaat wie erfgenaam en alzoo tot het bezit bevoegd is, kan de rechter bevelen dat de goederen onder gerechtelijke bewaring zullen worden gesteld.

Ten aanzien van de geoorloofde erfstellingen over de hand, ten behoeve van kleinkinderen en afstammelingen van broeders en zusters, bepaalt het Burgerlijk wetboek (art. 1020—1035) in hoofdzaak het volgende: De goederen waarover ouders het recht van beschikking hebben, kunnen door hen, bij uitersten wil, geheel of gedeeltelijk, worden gegeven aan een of meer hunner kinderen, met last om die goederen uit te keeren, zoowel aan derzelver kinderen die reeds geboren zijn, als aan die welke nog geboren zullen worden. In geval van voor-overlijden van een kind, zal dezelfde beschikking kunnen worden gemaakt ten voordeele van een of meer kleinkinderen, met last om de goederen aan hunne kinderen, welke reeds geboren zijn, en nog geboren zullen worden, uit te keeren. Insgelijks zal de uiterste wilsbeschikking bestaanbaar zijn ten voordeele van een of meer broeders of zusters van den erflater, voor het geheel of een gedeelte der goederen die bij de wet niet buiten beschikking gehouden zijn, onder den last om de goederen uit te keeren, zoowel aan de kinderen van zijn voorzeide broeders en zusters, welke reeds geboren zijn, als aan die welke nog geboren zullen worden. Dezelfde beschikking' kan worden gemaakt ten voordeele van een of meer kinderen van voor-overledenbroedersof zusters onder den last om de goederen uit te keeren, zoowel aan derzelver kinderen die reeds geboren zijn, als aan die welke nog geboren zullen worden. De rechten van de bij erfstelling over de hand geroepene erfgenamen nemen aanvang op het tijdstip dat het genot van den bezwaarde ophoudt.

Hij die de, volgens de voorgaande bepalingen, geoorloofde beschikking maakt, mag bij uitersten wil, of bij eene latere notarieele akte, het goed zelf, gedurende den tijd van het bezwaar, onderhet beheer stellen van een of meer bewindvoerders. Binnen eene maand na het overlijden van dengenen die, onder den last van nitkeering, over de goederen beschikt heeft, zal, op verzoek van den gestelden bewindvoerder, van den belanghebbende, of van het openbaar ministerie, eene boedelbeschrijving worden gemaakt van alle de goederen die de nalatenschap uitmaken. Indien het gemaakte slechts in een legaat bestaat, zal er eene bijzondere lijst worden gemaakt van alle de daaronder begrepene voorwerpen. Deze boedelbeschrijving of lijst zal de begrooting der roerende goederen bevatten. Indien de erflater geenen bewindvoerder heeft benoemd, worden de goederen door den bezwaarden erfgenaam beheerd, en is deze verplicht zekerheid te stellen voor de bewaring, het behoorlijk gebruik en de wederoplevering der goederen, ten ware de erflater hem uitdrukkelijk van alle verplichting tot het stellen van zekerheid hadde vrijgesteld. De bezwaarde erfgenaam die, in dit geval geene zekerheid kan stellen, moet gedoogen dat de goederen, op verzoek van belanghebbenden, of op de vordering van het openbaar ministerie, worden gesteld onder het beheer van eenen bewindvoerder, door de rechtbank te benoemen, te wiens aanzien zullen gelden alle de rechten en verplichtingen, ten opzichte van voogden over minderjarigen vastgesteld. De bezwaarde erfgenaam, die zelf het beheer heeft, moet het bezwaarde goed als een goed huisvader gebruiken, en staat daaromtrent, alsmede ten aanzien van het dragen van kosten en lasten, en het doen van reparatiën, gelijk met eenen vruchtgebruiker.

< >