Epe

betekenis & definitie

Gemeente in Gelderland (arrond. Zutphen, kanton Apeldoorn), omgeven door de gemeenten Heerde, Oldebroek, Doornspijk, Ermelo, Apeldoorn en Voorst in Gelderland en Olst in Overijsel, 156’/2 km2, groot; de bodem bestaat bijna geheel uit diluvisch zand, behalve in het uiterste oostelijk deel der gemeente, langs den IJsel, waar klei ligt, en in het midden waar zich afgegraven hoogveen bevindt; de gemeente bevat de dorpen Epe, Ernst, Vaassen enOene, de buurten Loohuizen, Tongeren, Wessel, Gortel, Schaveren, Achterenk, Norel, Vemde, Dijkhuizen, Over-deGrift, Loobrink, Westendorp , Laarstraat, Zuuk (allen onder Epe), Hegge, Vaassenschebroek, Niersen, Uilenberg, Oosterhof, Hongestraat, Westerenk, (allen onder Vaassen), Horsthoek, Dijkerrot, Wapen van Epe. Boshoek, Oost-Oene (allen onder Oene), tezamen met 8300 inw.; hoofdmiddel van bestaan is landbouw, die vooral in het overvloedig bewaterde westelijk deel der gemeente wordt gedreven, terwijl in overig deel nog duizenden bunders woeste gronden liggen; verder veeteelt, houtteelt, allerlei industrie. Kiesdistrict Apeldoorn; personeele belasting 9de klasse. — Het, dorp Epe, 3 uur n. v/h dorp Apeldoorn, aan de spoorlijn Dieren—Hattem der H. S. M., die ook Vaassen en Ernst aandoet, heeft een 1000-tal inw., en met de onderhoorige buurten en het dorp Ernst ongeveer 5000 inw.; er is een oude herv. parochiekerk en een r.-kath. kerk (in 1847 gebouwd).