Gepubliceerd op 29-01-2021

Engraulis

betekenis & definitie

C. V. Vischgesiacht v/d familie der Haringachtigen, visschen met een oblong, saamgedrukt lichaam, ver vooruitspringende bovenkaak, zeer wijden mond, bizonder spitse tanden en vóór het begin der rugvinnen staande buikvinnen; E. enerasieholus L , de ansjovis of sardel, 17)—20 cM. lang, op den rug bruinachtig blauw, aan de zijden en aan den buik wit, bewoont de Middell. zee, ook den Atlantischen oceaan, tot aan het Kanaal, wordt hoewel zeldzaam ook in de Noord- en Oostzee aangetroffen, en wordt in den rijtijd, als wanneer zij zich in ontzaglijke scholen in de nabijheid der kust ophouden, meest des nachts en bij fakkellicht in netten gevangen en oogenblikkelijk schoon gemaakt en ingezouten (echte ansjovis); de als ansjovis in den handel gebrachte visch, geconserveerd met kruiden en azijn, is sprot, die aan de kusten der Noord- en Oostzee gevangen wordt. Van het geslacht E. worden 45 soorten opgeteld; enkelen gelden als vergiftig, als b.v. de bollama der Roode zee en des Indischen oceaans, welks kop en darmkanaal doodelijke vergiften bevatten.

< >