1) Landkreits in het pruis. regeeringsdistrict Aurich, 353⅓ km.2 groot, in 1900: 20,112 inw., in 47 landgemeenten.
2) E., vroeger Embden, stadskreits in het pruis. regeeringsdistrict Aurich, aan de spoorlijnen E.Soest (237 km.) en E.-Jever (81 km.), ruim 2 km. van de Dollard, aan de monding van het Dortmund-Emskanaal en het Ems-Jadekanaal, ligt met zijn buitenhaven aan de Ems, en staat door deze in gemeenschap met de Noordzee; E., gelegen te midden van vruchtbaar marschland, omgeven door wallen met mooie promenaden, door hooge dijken tegen de Noordzee beschermd, heeft massieve gevelhuizen van een hollandsch karakter, een 9-tal kerken van allerlei gezindten, een raadhuis, 1574—76 gebouwd naar het voorbeeld van dat te Antwerpen, in renaissancestijl, met een groote verzameling oude wapens, vooral uit den tijden van den Tachtigjarigen en Dertigjarigen oorlog; verder bezit E. een natuurhistorisch museum, en in het gebouw „Kunst” van het Genootschap voor beeldende kunst talrijke verzamelingen schilderijen, glasschilderstukken, gravures, oudheden, oorkonden, scheepsmodellen, zeekaarten, stadsplannen, oostfriesche munten, enz.: voorts een fraai rijkspostkantoor, gymnasium , KeizerFriedrichschool, Keizer-Wilhelm-momnnent (1896), standbeelden van den „grooten keurvorst” en van Frederik den Groote (beide in 1901 onthuld); er zijn een menigte instellingen van onderwijs en africhting op het gebied der scheepvaart, een filiaal der Rijksbank, een kamer van koophandel, depots der duitsche zeemacht met signaaltoesteilen en meteorologisch station: de stad wordt doorsneden door tal van bevaarbare grachten, waarover een 30-tal bruggen zijn gebouwd, zoodat de stad in vele opzichten een hollandsch aanzien en karakter heeft; zij telde in 1900: 16,453 inw.; de bevolking bestaat van industrie en scheepvaart verkeer; in 1901 werden de nieuwe groote haven-aanlagen, door een naar Olpersum aan de Ems (14 km. boven E.), voerend zijkanaal in gemeenschap gesteld met het DortmundEmskanaal, opengesteld.
De stad E., wellicht het reeds door Tacitus vermelde Amisia, heeft haar naam van de monding (mutha) van het voormalig riviertje Ee : zij kwam in 1253 aan den bisschop van Munster : proost Hisko nam in 1396 de Yita, liënbroeders in E. op, waarop haar handel i zeer begon te bloeien, terwijl zij tevens een ' zeerooversnest werd, hetgeen in 1400 den Han: zesteden aanleiding gaf een expeditie tegen E. uit te rusten ; een hamburgsche vloot versloeg de Vitaliënbroeders, terwijl de stad bezet werd, in 1433 geheel aan Hamburg kwam, in 1439 aan de oost-friesche hoofden Ulrich en Edzard van Greetsiel gegeven, in 1447 weer terugverlangd, en ten slotte in 1453 met het graafschap Oost-Friesland vereenigd werd. Keizer Maximiliaan verleende : de stad in 1494 het overigens reeds sinds i langen tijd uitgeoefende stapelrecht; in 1543 verbreidde Johannes Laski hier de leer van Calvijn. Op het einde der 16de eeuw had E., bijna ongeveer 6000 inw., 600 eigen schepen, i hief tollen, had een eigen post, eigen munt, i en een hollandsch garnizoen van 600 man Bij I de woelingen in Oost-Friesland bemachtigde de Groote keurvorst de stad, en maakte ze in 1684 tot hoofdstation zijner vloot en tot zetel der brandenburgsche admiraliteit, verlegde hierheen ook de in 1682 te Pillau opgerichte Afrikaansche Handels-Compagnie. In de tweede helft der 18de eeuw braken nieuwe geschillen uit tusschen de oostfriesche vorsten en stenden, die eerst op de inmenging van Pruisen werden bijgelegd (1741), en toen vorst Karel Edzard in Mei 1744 stierf, deed Frederik de Groote het in 1696 door den keizer aan keurvorst Frederik III verleende recht van opvolging gelden en nam bezit van de stad en van Oost-Friesland In den zevenjarigen oorlog werd E. eenmaal (4 Juli 1757) door de Franschen bezet, die echter reeds in Maart 1758 door de Engelschen werden verdreven. Bij den vrede van Tilsit werd E met geheel Oost-Friesland bij de Nederlanden gevoegd. In Nov. 1813 weer door Pruisische troepen bezet kwam E. echter in 1815 met Oost-Friesland aan Hannover, en in 1866 aan Pruisen.