Gepubliceerd op 29-01-2021

Elephantiasis

betekenis & definitie

Naam van twee geheel verschillende ziekten, welke tot in den nieuweren tijd ingevolge onduidelijke beschrijvingen veelvuldig met elkander werden verward, hoewel zij behalve don naam niets met elkaar gemeens hebben. De dusgenaamde grieksche (E. ijrai’coniiH of Lepra t/raeroruiit), Syrische, amerikaansche of surinaamsche elephantiasis is de gewone melaatschheid, zie aldaar. De andere met den naam E. aangeduide ziekte, die dikwijls (6 pCt. der gevallen) tegelijk met melaatschheid voorkomt, wat misschien mede tot de verwarring heeft bijgedragen, is de E. der arabieren, E. antbiim, Lepra nrabum, ook als Pachydermie beschreven, door de Nederlanders in Indië olifantsbeen, olifantshuid, en in de West roosbeen geheeten, komt uitsluitend voor in tropische streken (Indische archipel, Voor-lndië Arabië en omgelegen landen, Afrika, Centraal-Amerika), en bestaat in een plaatselijke chronische ontaarding der huid, waarbij geen builen ontstaan, gelijk bij de melaatschheid, maar zich een gelijkmatige aanzwelling en verharding der huid vormt De ziekte die onder de ingeborenen der genoemde streken veelvuldig voorkomt, wordt verder gekenmerkt door een vermeerderden groei van het onderhuidsche celweefsel, waardoor de aangetaste lichaamsdeelen een soms monsterachtig grooten omvang verkrijgen, terwijl bovendien niet zelden aan de huid eigendommelijke aanhangsels ontstaan ; de sterk verdikte, niet moer verschuifbare huid wordt met de daaronder gelegen weefsels tot een harde, spekachtige bloedarme massa, waaruit bij insnijding een lymphachtig vocht te voorschijn komt. het meest komt de arabische E. voor aan het onderbeen (olifantsbeen); voorts aan den balzak en den penis der mannen en de borsten, groote schaamlippen en clitoris der vrouwen, aan de armen en liet aangezicht. Meestal vangt zij aan mot koorts en roosachtige ontsteking der huid en gaat dan over in de woekering van het bindweefsel en de uitgroeiïng van het aangedane lid. Soms gaan afschilfering der huid en zweren vooraf. De ziekte is over het geheel niet pijnlijk, ofschoon het loopen gewoonlijk uiterst bezwaarlijk is. Soms veroorzaakt de ziekte den dood, door uitputting. Het Barbadosbeen der Antillen en het Gochinboen van Cochin-china zijn dezelfde ziekte als de arabische E. Lichtere graden van olifantsbeen komen ook wel in koudere streken voor, vooral bij jeukende, tot gestadig krabben en wrijven aanleiding gevende huidkwalen. De oorzaak van de E. is onbekend; alleen weet men dat voorafgaande herhaalde ontstekingen der huid, alsook herhaalde en langdurige verstopping der aderen en lymphvaten de ziekte gemakkelijker doen ontstaan; volgens sommigen wordt zij teweeggebracht door een soms in het bloed gerakende parasitische worm (Filaria sangunius); daar deze wormsoort veelvuldig bij muskieten voorkomt en bij dit insect ook voortteelt, en men meent te hebben opgemerkt, dat de ziekte dezelfde geographische verspreiding heeft als de muskieten, hebben sommigen aangenomen, dat de ziekte door de muskieten wordt overgebracht; anderen ontkennen de besmettelijkheid en houden overerving voor waarschijnlijker. Ook deze ziekte heeft, ten minste in haar laatste stadiën, tot heden alle pogingen der geneeskundige wetenschap weerstand geboden; in het begin der ziekte hebben in enkele gevallen regelmatige en methodische drukverbanden, aanwending van jodium en massage gunstige uitkomsten opgeleverd.

< >