Gepubliceerd op 20-01-2021

Diodes

betekenis & definitie

1) zoon van Orsilochus, kleinzoon van Alpheus, beheerseher van Phere in Messenië wiens zonen Cretho en Orsilochus meê naar Troje trokken.

2) Vorst in Eleusis, z Demeter,
3) Dichter i/h oude attische blijspel, waarschijnlijk uit Phlius, van wien 3 of 4 titels van stukken bekend zijn.
4) Syracuser, die in den peloponnesischen oorlog zich aan een barbaarsche behandeling der gevangen Atheners schuldig maakte, ook bekend als de vervaardiger van een wetboek; hij legde den grondslag tot een demokratische staatsregeling, waarbij hij bepaalde, dat om de staatsambten geloot zou worden. Na een ongelukkigen oorlog tegen de Carthagers (409) werd hij door zijn tegenstander Hemocrates ten val gebracht en ging in ballingschap. Tengevolge van het overtreden eener door hem zelven gemaakte wetsbepaling, zou hij door eigen hand zijn omgekomen
5) Diodes van Oarystus op Éuboea, beroemd arts, nog tijdgenoot van Aristoteles. Van zijne schriften, die dikwijls door Galenus en Piinius aangehaald worden, zijn slechts brokstukken over.

< >